Spinthout0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid/1e druk: 1953 [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Spint": blz.: 426

- Kruyskamp, C., Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal. 's-Gravenhage (Nijhoff), 19618e druk. [2632 blz. ISBN -]. Hierin "Spint": blz. 1875 (2e betekenis: "o., (plantk) de buitenste, nog niet rijpe jarringen van een boom; het lichte en zachte hout dat in de stam tussen het kernhout en de bast ligt" - dit is de relevante tekst volledig).

- Vries, Dirk J. de, Bouwen in de late middeleeuwen. Stedelijke architectuur in het voormalige Over- en Nedersticht. Utrecht (Matrijs), 1994. [512 blz. ISBN 90.5345.056.4]. Hierin "Het aantal ringen spinthout": blz. 383-384